Waarom traditionele dieëten niet werken
Een calorie beperkt dieet werkt slechts tijdelijk, maar is niet vol te houden om verschillende redenen.
Ons lichaam is een intelligente machine die we moeten voorzien van de nodige brandstof omdat het alle taken zou kunnen uitoefenen.
We hebben dus energie nodig. Die energie wordt uitgedrukt in calorieën.
Om te voorzien in de levensnoodzakelijke functies (ademhaling, hersenfunctie, vertering, …) hebben we een minimum aan calorieën nodig.
Hoeveel dat is verschilt van persoon tot persoon en is afhankelijk van vele factoren.
We noemen dit BMR ( basale metabolic rate)
Het is dus belangrijk dat er genoeg energie (calorieën) binnenkomt zodat ons lichaam goed kan functioneren.
Wanneer we calorieën te veel gaat beperken, merkt ons lichaam dit snel op en slaat in paniek.
Het gaat dan in uithongeringsmodus (starvation mode) en zal proberen om dit tekort te compenseren door ons metabolisme te verlagen.
Ons lichaam past zich dus aan, wat wil zeggen dat je op termijn steeds meer en meer je calorie-inname zal moeten verminderen om gewicht te blijven verliezen.
In omgekeerde richting betekent dit ook dat als je nadat je het gewenste gewicht hebt bereikt, je calorie inname terug gaat verhogen, je zal bijkomen. (het gekende Yo-Yo effect bij calorie- beperkte diëten) lees hierover meer in ‘vasten- de theorie achter het mechanisme’
Ook het systeem van calorie in – calorie uit werkt niet.
Veel mensen denken dat als ze sporten en ze dus de ingenomen calorieën verbranden, ze nooit zullen aankomen. Echter is dit een theorie die geen stand houdt.
De EAT LESS / EXERCISE MORE gedachte gaat niet op om meerdere redenen.
De stelling dat obesitas simpelweg wordt veroorzaakt door teveel te eten en te weinig te bewegen is verkeerd.
Ook het SOORT voedsel doet er toe en wel niet het minst. zie onderstaande video van Dr. Fung
Enkele voorbeelden en resultaten uit studies vind je onder andere terug in de boeken “Why we get fat” en “Good calories – bad calories” en zijn laatste boek “The case against sugar” Gary Taubes is een internationaal bekende onderzoeks- en gezondheidsjournalist en medeoprichter van het non-profit Nutrition Science Initiative (NuSI.org).
Zo geeft hij als voorbeeld het verhaal van ‘Fat Louisa’ (Pima Indians)

slide uit de presentatie van Gary Taubes – reprinted van ‘The Pima Indians, Frank Russel.
Ze waren arm en hadden niet genoeg voedsel. Toch werden ze obese omdat ze geforceerd werden om te weinig calorieën en te weinig vet te eten, maar wel veel koolhydraten.
Ze leefden namelijk op brood en koffie.
Ook als we gaan kijken naar arme mensen die zware arbeid verrichtten in fabrieken of mensen die een hele dag op het veld werkten, valt op dat ook deze mensen obese werden.
Ze aten een vetarm dieet van max. 2000 kcal per dag en toch werden ze zwaarlijvig en hadden ze overgewicht.
De theorie van calorie in / calorie uit gaat duidelijk niet op en is ook niet logisch.
EAT LESS – het is duidelijk dat minder eten en calorieën beperken niet werkt, want velen hebben dit gedurende hun hele leven geprobeerd en werden toch dikker.
EXERCISE MORE – meer sporten werkt ook niet, want daar krijg je alleen maar meer honger van.
Gary Taubes stelt het prachtig voor in de video onderaan deze pagina :
Stel jezelf de vraag : Wat doe je als je weet dat je ’s avonds naar een feestje moet met veel eten en drinken?
Misschien eet je dan ’s middags wat minder of helemaal niet?
Misschien ga je een extra uurtje sporten of als je gepland had om die dag een rustdag te nemen, besluit je om toch maar te gaan sporten?
Waarom? Je wil op dat feestje aankomen met honger want je wil toch van alles kunnen eten?
Dus wat doe je? Je eet minder en sport meer!
EAT LESS - EXERCISE MORE?
Je calorie inname en afgifte kan je niet zomaar balanceren.
Een perfecte energie balans is niet mogelijk want je kan nooit exact weten hoeveel calorieën je binnenkrijgt en hoeveel calorieën je verbrandt.
Slechts 20 calorieën per dag extra over de loop van enkele jaren, resulteert in toename van je gewicht.
Eén extra hap per dag over de loop van 10 jaar betekent een gewichtstoename van 10 kg!
Niemand kan deze manier van calorieën tellen zijn hele leven vol houden.
De zogenaamde “laws of thermodynamics” (energie in – energie uit) houden duidelijk geen stand.
We worden niet dik omdat we teveel eten, we eten teveel omdat ons vetweefsel teveel vet accumuleert
Gary Taubes
Er zijn verschillende factoren, zoals onze hormonen en onze genen die meespelen in hoe en waar vet wordt opgeslagen in ons lichaam. lees meer in ‘Het zijn de hormonen’
De eerste studies hiervan werden gedaan in Duitsland . (voor WW II)
Gustaaf Von Bouwer, toonaangevende wetenschapper van de studie, kreeg zelfs een prijs naar hem genoemd.
Vetopslag is ook genetisch bepaald
Zo kan een identieke tweeling toch een andere lichaamsbouw hebben.

De genen en het lichaamstype bepalen waar we vet opslaan in ons lichaam
Een andere vergelijking die Taubes maakt is die met 2 de koeienrassen: Jersey / Aberdeen
Het zijn beiden koeien, maar met een verschillend doel.
Jersey is een melkras en Aberdeen is vleesras.
Hun vetopslag en de plaatsen waar ze vet opslaan is totaal verschillend.
Toch eten ze beiden hetzelfde dieet, maar ze hebben een verschillende verdeling van hun energie inname.
Het gaat dus niet over hoeveel calorieën ze eten, maar wel over hoe ze deze calorieën gebruiken.
Vetopslag is ook hormonaal bepaald
Een ander voorbeeld zijn (op)groeiende kinderen.
Kijk maar eens naar jongens en meisjes in de puberteit.
Beide worden groter en zwaarder, maar
Jongens verliezen vetmassa en krijgen meer spieren.
Meisjes krijgen meer vetmassa.
Wat hebben calorieën hier mee te maken?

Obesitas : een stoornis van overmatige vetopslag
De eerste vraag die we ons moeten stellen is:
Hoe wordt vet opgeslagen en wat reguleert deze vetopslag?
Vet wordt opgeslagen als triglyceriden (esters van glycerol + 3 vetzuren).
De vetzuren worden vervolgens verbrand voor energie.
Maar vet kan alleen onder de vorm van vetzuren in en uit de cellen!
Je kan dit zien als een meubelstuk dat te groot is om door de voordeur te kunnen en dus in delen naar binnen moet. Eens binnen kan je de kast in mekaar steken en gebruiken als meubilair.
Wanneer je bijvoorbeeld wil verhuizen en de kast weer naar buiten wil krijgen, moet je ze terug uit mekaar halen of je geraakt er niet mee door de deur.
Zoals we weten produceert onze pancreas (alvleesklier) insuline van zodra onze bloedsuikerspiegel stijgt.
Insuline zorgt er dan voor dat onze bloedsuikerspiegel regulariseert door de glucose in ons bloed in de cellen te drijven.
Slechts een klein deel kan worden opgeslagen onder de vorm van glycogeen in de lever en de spieren en de rest wordt opgeslagen in onze vetcellen.
In onze vetcellen is er een continue cyclus van vetzuren naar triglyceriden naar vetzuren.
Vetzuren gaan door het celmembraan in de vetcel. Dit gebeurt door middel van het enzym ‘lipoproteïne lipase’ (LPL), een enzym dat gestimuleerd wordt door insuline.
In de vetcel worden de vetzuren opnieuw met glycerol gebonden tot triglyceriden en opgeslagen als vet.
Ze kunnen door enzymen, meer bepaald ‘Hormoon sensitief Lipase’ (HSL) en onder invloed van hormonen terug afgebroken tot vetzuren en glycerol zodat ze terug uit de cel kunnen en we ze kunnen verbranden voor energie.
Echter blokkeert insuline de werking van HSL, met andere woorden, zolang insuline hoog is, kan het vet niet uit onze vetcellen en kunnen we het dus niet gebruiken.
Wie dus veel koolhydraten eet en een verhoogde bloedsuiker en insulineproductie heeft, met andere woorden wie een ’traditioneel’ dieet volgt, kan nooit zijn energiereserve uit opgeslagen vetten aanspreken.

Wanneer er meer vetzuren in de cel binnenkomen dan er terug uit gaan, worden we dikker.Wanneer er minder vetzuren in de cel binnenkomen en meer uitgaan, worden we magerder.
Maar niet alleen insuline, ook hormonen zoals adrenaline en noradrenaline spelen een rol. Ook glucagon speelt een rol.
Het hormoon glucagon, eveneens aangemaakt in de pancreas, meer bepaald in de alfa-cellen van de Eilandjes van Langerhans, kan glycogeen weer omzetten in glucose wanneer er te weinig in ons bloed zou aanwezig zijn. (bv. bij extreme inspanningen, hongersnood, …)
Dit proces noemen we gluconeogenese. (gluconeogenesis)
Glucagon heeft dus een tegenovergestelde werking t.o.v. insuline en onze pancreas kan dus niet tegelijkertijd glucagon en insuline aanmaken.
Het is ofwel het ene, ofwel het andere.
Zolang er insuline aangemaakt wordt, betekent dit dat onze bloedsuiker te hoog is en dus zal onze alvleesklier geen glucagon aanmaken.Zolang er insuline in ons bloed, kunnen de triglyceriden niet terug worden afgebroken naar vetzuren en kunnen ze de vetcel niet verlaten.
Met ander woorden, zolang onze bloedsuiker te hoog is en er dus insuline in ons bloed circuleert, kan het vet in onze cellen niet verbrand worden voor energie.
In tegendeel, er komt steeds meer vet bij en dus worden we dikker.
Een koolhydraatarm / keto dieet, waarbij koolhydraten beperkt worden en dus de bloedsuiker stabiel blijft, voorkomt insulinepieken en geeft ons lichaam de mogelijkheid om onze vetreserves aan te spreken voor energie.
Dat is ook waarom het keto dieet zo effectief is voor ‘vet’verlies, het maakt van je lichaam een VETVERBRANDER!
Gary Taubes in zijn prachtige presentatie “Why we get fat”
bekijk ook de video van Dr. Doron Sher voor een mooie uiteenzetting
En zeker ook deze video van Dr. Benjamin Bikman over de rol van insuline vs glucagon
Dr. Fung over de calorie theorie
overige bronnen – boeken – referenties
- ‘Why we get fat’ – Gary Taubes
- ‘The obesity code’ – Jason Fung
- Comparison of energy-restricted very low-carbohydrate and low-fat diets on weight loss and body composition in overweight men and women -PMID: 15533250
- A low-carbohydrate as compared with a low-fat diet in severe obesity -PMID: 12761364