Onze voorouders kenden deze ‘ plastieken boter ’ niet
Vóór 1900 werd er vooral gekookt met ‘ echte ’ boter, reuzel, smout, ossewit, …
Sinds het begin van de 20ste eeuw werden de plantaardige oliën geïntroduceerd, met als eerste katoenzaadolie, gevolgd door heel wat andere plantaardige oliën.
Zoals inmiddels geweten, zijn deze ‘ vloeibare ’ plantaardige oliën onstabiel bij verhitting en bovendien oxideren ze wanneer ze met lucht (zuurstof) in aanraking komen.
Iedereen heeft wel al eens een fles olie geopend waar een luchtje aan zit. Dit komt door het oxidatieproces dat deze oliën ranzig maakt.
Ze werden getransformeerd (transvetten) van vloeibaar naar vast door hydrogenatie waardoor ze ‘ stabieler ’ zouden zijn en langer houdbaar.
Door dit chemische proces zouden ze meer gaan lijken op verzadigde vetten.
Echter is dit een onnatuurlijke vorm waarmee ons lichaam niet overweg kan.
In de late jaren ’70 werd er door een olie chemicus, Mary Enig, al aan de alarmbel getrokken.
Ze probeerde mensen al te waarschuwen voor transvetten, maar niemand wou luisteren.
Eigenlijk was de eerste onderzoeker, Dr. Kummerow. Hij had het in 1930 al uitgedokterd, maar het was pas in de jaren ’50 dat zijn eerste ‘ paper on trans fats ’ verscheen in “Science”.
Hij had meerdere zorgwekkende zaken ontdekt.
Zo bleek dat transvetten problemen veroorzaken in onze celmembranen.
Onze celmembranen regelen wat in en uit de cel gaat, een zeer belangrijk proces.
Transvetten verstoren de goede werking van het celmembraan en leiden tot calcificatie (verkalking) in onze bloedvaten.
Toch werden ze pas als groot probleem beschouwd sinds begin van de jaren 2000, wanneer ontdekt werd dat ze een (lichte) stijging van de slechte cholesterol veroorzaken en net omdat er door de experten zo gefocust wordt op cholesterol tot uitsluiting van alle andere zaken, beriepen zij zich op dat cholesterol-effect en werd op basis daarvan transvet als het ware verbannen.
Dat is ook de reden waarom transvetten nu verplicht op het voedingslabel moeten staan.
Het gevaar van geraffineerde oliën en hun impact op onze gezondheid
Wanneer we kijken naar wat bijdrage levert in het veroorzaken van stofwisselingsstoornissen, zien we dat dit voedsel is dat voornamelijk gemetaboliseerd wordt in de lever.
Dit wil zeggen dat ze ontsnappen aan de regulatie van insuline en dus niet in ons glycogeen reserve kunnen worden opgeslagen.
Hieronder vallen :
- Fructose
- Alcohol
- Plantaardige oliën – zaadoliën
Meer over de gevaren van fructose lees je hier
Hun energieproducten worden dus ongecontroleerd naar onze lichaamscellen gestuurd, specifiek naar de mitochondria. (de batterijen van onze cellen)
Ze zijn dragers van reactieve zuurstof en leiden tot de vorming van vrije radicalen. (ROS = reactive oxygen species)
Vrije radicalen zijn reactief vanwege een ongepaard elektron in de buitenste schil van het zuurstofatoom.
Ze willen een band vormen en verstoren daardoor de andere zwakkere bindingen.
Vrije radicalen zijn schadelijk omdat ze alles aanvallen wat ze ook maar kunnen aanvallen.
Zo vallen ze ook het antioxidant verdedigingsmechanisme van ons lichaam aan en verstoren de normale productie van eiwitten uit het DNA van de cel, waardoor ze zowel het DNA als de cel zelf beschadigen.
Dit resulteert in een situatie waarin het immuunsysteem van het lichaam wordt aangetast.
“ Dat is als vechten met een kreupel leger “
Miljoenen cellen die kanker veroorzaken worden dagelijks door beschadigde cellen geïntroduceerd.
Gelukkig slagen velen erin om deze aanval te overwinnen, maar is het toeval dat er van kanker in de 19de eeuw bijna geen sprake was, terwijl de dag van vandaag ongeveer één op drie kanker krijgt vóór de leeftijd van 60 jaar (een veel jongere leeftijd dan de verwachte levensduur in de jaren 1800)
Als we gaan kijken naar de consumptie van plantaardige oliën, dan stellen we een enorme stijging vast in vergelijking met het begin van de 20ste eeuw.
Sommige cijfers zeggen 50x meer, maar er zijn zelfs berekeningen die zouden aantonen dat we wel 100.000 x meer plantaardige olie consumeren.
Ze zouden 70% uitmaken van onze dagelijkse calorie inname.
Niet dat we liters plantaardige olie drinken, natuurlijk niet, maar ze zitten gewoon overal in.
Een ander groot probleem is dat 90% van deze oliën sojaolie, maïsolie en koolzaadolie zijn en dat deze GMO zijn. (genetisch gemanipuleerde gewassen).
Ze zitten vol met glyfosaat!
Komt daarbij nog dat ze absoluut niet stabiel zijn wanneer ze verhit worden, waardoor ze degraderen in oxidatie producten.
In een stuk kip bijvoorbeeld, dat gefrituurd werd in plantaardige olie werden meer dan 100 oxidatieproducten aangetroffen, zoals onder andere gedegradeerde triglyceriden.
Dit zijn toxische producten, ze zijn giftig voor ons lichaam!
Dat is ook de reden waarom ze gehydrogeneerd (gehard) werden, omdat er in de gewone vorm niet mee kon gekookt worden.
De allereerste richtlijnen in verband met verzadigd vet dateren van 1961, toen de AHA (American Heart Association) die nauwe banden had met Procter & Gamble (fabrikant van onder andere plantaardige olie) aanbeval om in de plaats van verzadigd vet (boter, reuzel, …) meer plantaardige olie te gebruiken.
Op dat moment was deze aanbeveling vooral voor mannen van middelbare leeftijd.
Dat was de eerste push van de ‘ vegetable oil industrie.’
Enkele jaren later werden deze als algemene voedingsrichtlijnen voor iedereen beschreven. (1977)
(Ancel keys studie en Mc. Govern – zie artikel over gezonde vetten)
Deze plantaardige oliën zouden echter weleens een veel groter probleem voor de gezondheid kunnen betekenen want in de poging om af te komen van de transvetten, wordt er de dag van vandaag heel veel gekookt en gefrituurd in plantaardige olie en wordt deze tot op zo’n hoge temperaturen verhit dat ze dezelfde problemen van toxische oxidatieproducten met zich meebrengen en mogelijks veel meer.
Deze ‘ niet geharde ’ plantaardige oliën laten mede door de oxidatie een veel moeilijker te verwijderen vetresidu achter.
Vooral voor de industrie en de fastfood restaurants vormde dit een groot probleem.
Het ging niet alleen om de friteuses, maar ook om de afvoeren, de kleding, enz…
Dit geoxideerd vet was niet met gewone reinigingsmiddelen weg te krijgen, dus moesten er nieuwe, krachtigere producten gemaakt worden.
Dit zorgde voor bijkomende chemische reacties met nog meer gezondheidsproblemen en gevaren als gevolg.
Als deze geoxideerde oliën zo’n moeilijk te verwijderen residu achterlaten op toestellen, afvoeren en zelfs kleding,
…
Wat laat dit dan in ons lichaam achter?
Dit zijn inmiddels lang gekende problemen, maar verwachten dat de voedingsindustrie en de fastfood restaurant opnieuw frieten in ossenwit gaan bakken, dat zit er niet zo direct aan te komen.
Mede door deze problemen deed de palmolie opnieuw zijn intrede, want ja, er zijn ook plantaardige vormen van verzadigd vet.
Kokosolie en palmolie bijvoorbeeld.
Deze oliën worden sinds millennia gebruikt is Aziatische culturen en zijn een plantaardig alternatief voor veganisten.
Ze werden echter door de ‘American Soybean Association’ in de late jaren ’80 als slecht voor de gezondheid omschreven.
Mogelijks omdat kokos- en vooral palmolie een bedreiging zou vormen voor de sojabonen industrie?
Ondertussen hebben ook de grote producenten, die destijds al zeer goed op de hoogte waren van de gevaren van transvet, naar een alternatieve methode gezocht om oliën te creëren die wel stabieler blijven bij verhitting.
De ‘ inter-ver-ester-de ’ oliën, waarbij ze letterlijk de vetzuren en triglyceriden door elkaar zwieren.
Deze methode verandert de structuur van de vetzuren niet, maar veroorzaakt wel onnatuurlijke vetzuurcombinaties op de glycerol structuur. (esters)
En dan zijn er nog de ‘ high-oleïc ’ oliën, het gaat dan vooral om zonnebloemolie.
Hiervoor wordt een ‘speciaal’ ras van zonnebloemen gekweekt.
Deze olie bevat heel weinig PUFA’s (poly unsaturated fatty acids) en meer MUFA’s (mono unsaturated fatty acids). lees meer in Gezonde vetten – de PUFAs en de MUFAs’
Ze is ook beter bestand tegen hoge temperaturen omdat ze dus meer enkelvoudig onverzadigde vetzuren bevat, zoals ook olijfolie.
Deze ‘ specialiteit ’ oliën zijn dan vaak ook veel duurder, dus of restaurants hierin willen investeren blijft natuurlijk de vraag.
Het is dan ook aan te raden om op restaurant ook gewoon te vragen waarin je eten gebakken wordt, want zolang er daarvoor geen algemene richtlijn komt, kan dat evengoed in gemodificeerde soja-, of maïsolie zijn. En die wil je zeker vermijden.
Een ander bijkomend probleem is zoals eerder aangehaald de hoeveelheid van deze plantaardige olie die we dagelijks consumeren, zelfs zonder het te beseffen, want het zit overal in. Hierdoor krijgen we veel te veel omega 6 en in verhouding veel te weinig omega 3 naar binnen.
Lees meer in De strijd tussen Omega 3 en Omega 6
Voor wie meer informatie wil, is het boek ‘The Big Fat Surprise‘ van Nina Teicholz een echte aanrader.
Nina Teicholz is een wetenschapsjournalist, spreker en auteur van ‘ The Big Fat Surprise ’. en director van de ‘ Nutrition Coalition ’. Op haar website deel ze de laatste informatie van wetenschappelijk onderzoekswerk en politiek in verband met voeding.
Prachtige lezing van Dr. Chris Knobbe, oogarts en emeritus professor.
Dr. Knobbe heeft een grote interesse in voeding, met name in het verband tussen voeding en chronische degeneratieve ziekten.
Dr. Knobbe’s onderzoeksinspanningen en revolutionaire hypothese voor dat voeding aan de basis ligt van AMD hebben geresulteerd in een gepubliceerd wetenschappelijk artikel, een boek – Ancestral Dietary Strategy to Prevent and Treat Macular Degeneration, een website, CureAMD.org, en een tweede boek dat momenteel in de maak is.
Het huidige onderzoek van Knobbe richt zich substantieel op de consumptie van omega-6-zaadolie als een belangrijke verenigende oorzaak van de chronische degeneratieve ziekten van de beschaving, waaronder AMD. (Age-related macular degeneration)
een andere heel korte maar duidelijke video is deze
- Csallany, A.S., Han, I., Shoeman, D.W. et al. 4-Hydroxynonenal (HNE), a Toxic Aldehyde in French Fries from Fast Food Restaurants. J Am Oil Chem Soc 92, 1413–1419 (2015). https://doi.org/10.1007/s11746-015-2699-z
- nutritioncoalition.us
- Knobbe CA, Stojanoska M. The ‘Displacing Foods of Modern Commerce’ Are the Primary and Proximate Cause of Age-Related Macular Degeneration: A Unifying Singular Hypothesis. Med Hypotheses. 2017 Nov;109:184-198. doi: 10.1016/j.mehy.2017.10.010. Epub 2017 Oct 14. PMID: 29150284.